Het was de zomer van 2019, de zomervakantie stond voor de deur en ik liep met een collega naar het treinstation aan het eind van een werkdag. Het was een warme en lange dag geweest, mijn koeltasje met gekolfde melk en mijn tas met laptop, boeken en kantoorbenodigdheden (want ik werkte op drie verschillende locaties die dag) waren loodzwaar en ik kon niet wachten om mijn kindje op te halen van het kinderdagverblijf. Mijn collega vroeg me hoe oud mijn dochter nu was. Ze was toen bijna een half jaar oud en ik was natuurlijk gigantisch moe(der). Dat stond ook geregeld op mijn gezicht te lezen en als men vroeg hoe het ging, zei ik ook dat het goed ging, maar dat ik wel moe was. Goedbedoeld vertelde hij, hoe hij en zijn vrouw ervoor gezorgd hebben dat hun kinderen zijn gaan doorslapen. Namelijk: door erbij te blijven zitten, bevestiging te geven dat je er bent, lieve woorden fluisteren maar absoluut niet oppakken of borstvoeding geven om te kalmeren. Ik heb deze methode uit verschillende hoeken om me heen gehoord; en het werkte ook voor al die mensen. Ze konden weer doorslapen, hadden het bed voor zichzelf en de kinderen sliepen de hele nacht zelfstandig.
UITPROBEREN
De adviezen die ik kreeg, gezocht of ongevraagd, klonken best oké. Het slaaptrainen kon pas na 6 maanden, het advies kwam er altijd op neer dat de kinderen dienden te weten dat ze niet alleen waren, maar dat ze ook niet hun zin zouden krijgen. Daardoor was het, in alle gevallen, ongeacht de leeftijd na die 6 maanden en welke slaaptraining men ook precies had toegepast, na ongeveer drie nachten gedaan. Ik was erg moe en functioneerde minder goed op mijn werk, Theo was ook veel wakker en liep op zijn tandvlees; want we sliepen samen (niet). Dus gingen we het proberen. We bleven bij haar, bleven haar neerleggen. Maar soms als ze huilde was ze niet te troosten. Niks hielp: speentje, aai, lieve woorden… Bovendien werden wij zelf enorm gestrest, gefrustreerd en verdrietig, want het werkte niet. We besloten dat wij er alle drie nog niet klaar voor waren.
Een paar maanden later vonden we het toch te dol worden en probeerden we, een methode waarbij je even wegloopt, weer terugkomt, weer even wegloopt, weer terugkomt enz. Dit was eveneens een ramp en dus kortstondig. Rylee bleek zich keer op keer zo op te winden dat ze ging overgeven. Dat zorgde ervoor dat wij laat op de avond haar hele bed en haarzelf moesten verschonen en ze dus alsnog werd opgepakt, vastgehouden en tot rust gevoed. Het enige dat hielp: mama’s warme melk en omhelzing. Het zorgde ook voor een intenste en hartverscheurende onzekerheid. Ik was de hele tijd verdrietig en boos en ik had iedereen die vroeg of ze al doorsliep het liefst een flinke mep verkocht. Ik begreep niet waarom het al die anderen wel lukte en mij niet. Lag het aan mij? Was ik te soft? Lag het aan mijn baby? Was zij te aanhankelijk? Kortom, ik werd verscheurd tussen wat ik dacht te willen en te moeten en door wat mijn gevoel me vertelde.
ANDERS DENKEN
Via Instagram stuitte ik op #natuurlijkouderschap. Ik las daar bij andere mama’s dat ze hun baby’s, dreumes, peuter en soms zelfs nog kleuter af en toe voedden en ook dat ze nog wel eens wakker werden ’s nachts. Ik las over kindvolgend opvoeden en over samen slapen. Wij zijn noodgedwongen samen gaan slapen, we konden echt niet anders. Maar ik voelde me er een lange tijd slecht over. Er ging een wereld voor me open. Ik zag dat ik niet alleen was en dat er ook niets mis was met mij, mijn baby of mijn intuïtie. En toen ging de knop om.
Er viel een last van mijn schouders en ik ging de andere mama’s volgen die mij interessant leken, ik werd lid van Kiind en mijn hele beeld van moeder zijn en het ouderschap veranderde. Ik voelde me niet meer zo onzeker en ik accepteerde de situatie waarin we zaten: mijn dreumes slaapt niet door, mijn peuter ook niet, hopelijk mijn kleuter wel, maar misschien ook niet en ik hoop dat er dan weer een nieuwe baby is. Voorlopig slaap ik niet door, voorlopig slapen we delen van de nacht samen of moet ik er regelmatig uit en ik heb er vrede mee. Ik vind het zelfs fijn, omdat ik besef dat het op een dag anders gaat zijn en dat ik die nachtknuffels ga missen. Dus tot die tijd zeg ik: Thank god voor koffie.